De inrichting van de leefomgeving is afhankelijk van een samenspel van actoren: bestuurders van het rijk, provincies en gemeenten, vertegenwoordigers van bedrijven, GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst)-en, NGO, media en burgers. De besluitvorming speelt zich af binnen wettelijke kaders maar soms ontbreken deze. In de discussie tussen deze partijen spelen tegenovergestelde belangen en onzekerheden. Kennis uit wetenschappelijk onderzoek speelt hierbij vaak een rol. Vaak wordt er gevraagd naar meer kennis, terwijl het niet zeker is dat meer kennis het probleem kan oplossen. Dit geldt vooral als partijen op verschillende manieren met onzekerheden omgaan. De ene partij neemt bijvoorbeeld genoegen met de voorzichtigheden die bij het proces van risicobeoordeling horen terwijl een andere partij een blootstelling volledig wil voorkomen.

Rol van het project Signalering Leefomgeving

Binnen het signaleringsproject behandelen wij voorbeelden van de invloed van de governance op nieuwe risico’s, maar ook op nieuwe kansen voor de leefomgeving. Wij signaleren bijvoorbeeld als er onrust, discussie en maatschappelijke initiatieven ontstaan, waarbij wetenschappelijke kennis, wettelijke kaders of zorgvuldige besluitvorming wel of juist niet aanwezig zijn.

 

Governance van omgevingsrisico's

Voorbeeld 1: Woningen bouwen in gebieden waar de geluidsnormen worden overschreden

Door de opgave om tot 2030 negenhonderdduizend nieuwe woningen te bouwen wijken gemeenten soms uit naar gebieden waar de geluidsoverlast hoger is dan wettelijk toegestaan. Zij maken gebruik van de ‘Interimwet stad- en milieubenadering’ die het mogelijk maakt om extra geluidsoverlast toe te staan. In de koopakte van deze woningen is soms de acceptatie van de geluidshinder opgenomen.

Voorbeeld 2: Geurhinder lang niet altijd gereguleerd

Er is geen specifieke wetgeving met betrekking tot geurhinder van bedrijven in de ruimtelijke planvorming (met uitzondering van veehouderijen).  Bescherming tegen geurhinder van bedrijven is geregeld via de algemene regels van het Activiteitenbesluit. Ook kunnen geurvoorschriften staan in een maatwerkbesluit of omgevingsvergunning.

Voorbeeld 3: Onrust over de uitrol van 5G netwerk

Tegenstanders van de uitrol van het 5G netwerk stellen dat de huidige wet- en regelgeving in Nederland en de inzichten over de gezondheidseffecten uit huidig wetenschappelijk onderzoek te beperkt zijn. Zij verwijzen daarbij naar strengere regelgeving en moratoria in andere Europese landen. Volgens een uitspraak van de rechter leeft de overheid alle voorschriften na en worden de blootstellinglimieten niet overschreden.

Voorbeeld 4: Verzet tegen windturbines op land

In verband met de energietransitie wil de Nederlandse overheid ook op land windturbines plaatsen. Omwonenden worden vaak verrast door deze plannen in hun woonomgeving. Er is verzet vanwege de slagschaduw maar vooral de mogelijke gezondheidseffecten van het geluid staat ter discussie. Tegenstanders vinden dat de effecten van geluid onvoldoende onderzocht zijn.

Voorbeeld 5: Introductie omgevingswet: meer kansen voor participatie

Verzet door burgers bij de komst van nieuwe (energie)infrastructuur in de leefomgeving is vaak het gevolg de  besluitvormingsprocessen vooral bij pro forma inspraak of participatie (check-box participatie).  De nieuwe Omgevingswet biedt meer mogelijkheden voor participatie door burgers in de besluitvorming. Dit kan positief zijn voor het uitvoeren van de verschillende transities: energie, mobiliteit, landbouw.

Voorbeeld 6: Opkomst van Citizen Science

Door citizen science zijn burgers betrokken bijvoorbeeld bij het meten van geluid of fijnstof. Indirect oefenen ze zo via de wetenschap invloed uit op de inrichting van hun leefomgeving. Omdat de beïnvloeding indirect is, polariseert, binnen deze vorm van participatie, de discussie vaak minder.